van levensbelang: eten en drinken: Indien
het nog mogelijk is biedt het eten heel veel mogelijkheden: mee aardappelen
schillen, mee de tafel dekken, uiteraard mee aanzitten en voorts mee afruimen,
mee afwassen... Je mag het bezigheidstherapie noemen maar het is in feite méér:
de persoon met dementie neemt een taak op zich, telt mee in het huishouden, is
eventjes als gelijke aanwezig. Een eilandje succes in een zee van falen. Dat
moet deugd doen.
Omwille van de toch wel toenemende onhandigheid, zijn enkele eenvoudige praktische maatregelen welkom: anti-slip-borden, kopjes met grote handvatten, lepels in de plaats van vorken en messen...
Soms is er een probleem van te veel eten. Misschien zijn ze hun vorig maal vergeten. Misschien is eten zowat hun enige bron van goedvoelen. Misschien eten ze gewoon uit verveling. Hoe dan ook, je dient dan zelf in te schatten wat genoeg is en je zet geen grote porties voor.
Meestal zal er eerder een probleem zijn van te weinig eten. Misschien is het voedsel te bitter of te zuur en lusten ze het gewoon niet. Misschien beseffen ze niet meer wat eten is of wat ze met het bestek moeten aanvangen. Misschien zit hun gebit niet goed en hebben ze pijn bij het kauwen. Allemaal dingen om rekening mee te houden.
Misschien kun je meerdere kleine maaltijden per dag inlassen want als de persoon met dementie telkens voortijdig stopt, zal hij of zij dan uiteindelijk wellicht nog voldoende voedsel opgenomen hebben. Je kunt de smaak aandikken: door extra te zoeten (wat evenzeer geldt voor voedingsmiddelen die volgens het kookboek geen zoetmiddelen verdragen, zoals vlees en een aantal groenten) of extra te kruiden. Je zoekt maar uit wat letterlijk het meest in de smaak valt. Je kunt het voedsel makkelijker in de mond doen liggen: door het in kleine stukjes te snijden, door het heel mals te maken of door het zoveel mogelijk in puree-vorm aan te bieden. En je maakt het eenvoudig: heel gewone schotels met niet veel en zeker niet veel verschillends erop, zodat er niet gekozen moet worden.
Je mag ook niet te nauw kijken. Personen met dementie hebben, net als kleine kinderen, de neiging om met handen en vingers te eten, om alles door elkaar te mengen en om met voedsel te zitten spelen. Dat moet, tot op zekere hoogte, kunnen of ...het hoeft niet te leiden tot een conflict.
Het lijkt erop dat je altijd en overal moet laten betijen, maar dat is het dan ook weer niet. Je behoort zo'n beetje de goede - en dus soms toch min of meer strenge - vader of moeder te spelen. Er zijn dingen die niet kunnen en dat maak je duidelijk, met woorden, met gebaren en vooral met je blik.
Terug naar menu
Omwille van de toch wel toenemende onhandigheid, zijn enkele eenvoudige praktische maatregelen welkom: anti-slip-borden, kopjes met grote handvatten, lepels in de plaats van vorken en messen...
Soms is er een probleem van te veel eten. Misschien zijn ze hun vorig maal vergeten. Misschien is eten zowat hun enige bron van goedvoelen. Misschien eten ze gewoon uit verveling. Hoe dan ook, je dient dan zelf in te schatten wat genoeg is en je zet geen grote porties voor.
Meestal zal er eerder een probleem zijn van te weinig eten. Misschien is het voedsel te bitter of te zuur en lusten ze het gewoon niet. Misschien beseffen ze niet meer wat eten is of wat ze met het bestek moeten aanvangen. Misschien zit hun gebit niet goed en hebben ze pijn bij het kauwen. Allemaal dingen om rekening mee te houden.
Misschien kun je meerdere kleine maaltijden per dag inlassen want als de persoon met dementie telkens voortijdig stopt, zal hij of zij dan uiteindelijk wellicht nog voldoende voedsel opgenomen hebben. Je kunt de smaak aandikken: door extra te zoeten (wat evenzeer geldt voor voedingsmiddelen die volgens het kookboek geen zoetmiddelen verdragen, zoals vlees en een aantal groenten) of extra te kruiden. Je zoekt maar uit wat letterlijk het meest in de smaak valt. Je kunt het voedsel makkelijker in de mond doen liggen: door het in kleine stukjes te snijden, door het heel mals te maken of door het zoveel mogelijk in puree-vorm aan te bieden. En je maakt het eenvoudig: heel gewone schotels met niet veel en zeker niet veel verschillends erop, zodat er niet gekozen moet worden.
Je mag ook niet te nauw kijken. Personen met dementie hebben, net als kleine kinderen, de neiging om met handen en vingers te eten, om alles door elkaar te mengen en om met voedsel te zitten spelen. Dat moet, tot op zekere hoogte, kunnen of ...het hoeft niet te leiden tot een conflict.
Het lijkt erop dat je altijd en overal moet laten betijen, maar dat is het dan ook weer niet. Je behoort zo'n beetje de goede - en dus soms toch min of meer strenge - vader of moeder te spelen. Er zijn dingen die niet kunnen en dat maak je duidelijk, met woorden, met gebaren en vooral met je blik.
Terug naar menu