Kleden: Tot de dagelijkse routine
behoort het aan- en uitkleden want net als bij het wassen ben je letterlijk
heel tastbaar met je dierbare persoon met dementie bezig. Opnieuw een dankbaar
ritueel dus. Het zou zonde zijn, mocht je je er rap van afmaken. De eerste en
misschien wel belangrijkste regel luidt dan ook: neem er je tijd voor.
Vanuit veiligheidsoogpunt neem je alvast schoenen die vast aan de voeten zitten en voorzien zijn van antislip-zolen. Vanuit puur praktisch oogpunt kies je best "gemakkelijke" kleren: dingen die vlot over het hoofd en rond het lichaam gaan of waar vlot in te stappen valt. Omdat knopen en ritssluitingen in deze fase van dementie gewoonlijk erg moeilijk liggen, neem of maak je de sluitingen bij voorkeur in klittenband (bv."Velcro"). Zo kan de persoon met dementie wat langer zichzelf behelpen.
Je probeert inderdaad zoveel mogelijk door de persoon met dementie zelf te laten doen. Daartoe moet je duidelijk maken waarvoor de dingen dienen. Zo koop je best ondergoed in steeds dezelfde vorm en kleur, zodat de onderkleding gemakkelijker onderscheiden kan worden van de bovenkleding. Om de kans op vergissing nog kleiner te maken, leg je bovendien alle kledingstukken mooi klaar in de juiste volgorde.
Ook bij het kleden kan er protest rijzen. Een klassiek knelpuntje is het ondergoed maar met een beetje psychologische aanpak krijg je dat wel voor elkaar. Het grootste stuk psychologie zit echter waarschijnlijk in de kleding zelf. Kleren dienen namelijk niet zomaar om het lichaam te bedekken en tegen koude te beschermen. Kleren bepalen mede dat men zich goed voelt in het algemeen en zich iemand voelt in het bijzonder. Je zou je dierbare persoon met dementie een beetje naar beneden halen, mocht je hem of haar telkens weer in een voor jou gemakkelijke voorschoot of jogging-broek stoppen. In plaats daarvan kies je beter iets waarin hij of zij een zekere "présence" heeft.
Terug naar menu
Vanuit veiligheidsoogpunt neem je alvast schoenen die vast aan de voeten zitten en voorzien zijn van antislip-zolen. Vanuit puur praktisch oogpunt kies je best "gemakkelijke" kleren: dingen die vlot over het hoofd en rond het lichaam gaan of waar vlot in te stappen valt. Omdat knopen en ritssluitingen in deze fase van dementie gewoonlijk erg moeilijk liggen, neem of maak je de sluitingen bij voorkeur in klittenband (bv."Velcro"). Zo kan de persoon met dementie wat langer zichzelf behelpen.
Je probeert inderdaad zoveel mogelijk door de persoon met dementie zelf te laten doen. Daartoe moet je duidelijk maken waarvoor de dingen dienen. Zo koop je best ondergoed in steeds dezelfde vorm en kleur, zodat de onderkleding gemakkelijker onderscheiden kan worden van de bovenkleding. Om de kans op vergissing nog kleiner te maken, leg je bovendien alle kledingstukken mooi klaar in de juiste volgorde.
Ook bij het kleden kan er protest rijzen. Een klassiek knelpuntje is het ondergoed maar met een beetje psychologische aanpak krijg je dat wel voor elkaar. Het grootste stuk psychologie zit echter waarschijnlijk in de kleding zelf. Kleren dienen namelijk niet zomaar om het lichaam te bedekken en tegen koude te beschermen. Kleren bepalen mede dat men zich goed voelt in het algemeen en zich iemand voelt in het bijzonder. Je zou je dierbare persoon met dementie een beetje naar beneden halen, mocht je hem of haar telkens weer in een voor jou gemakkelijke voorschoot of jogging-broek stoppen. In plaats daarvan kies je beter iets waarin hij of zij een zekere "présence" heeft.
Terug naar menu