‘het verborgen ik’ = Matige
dementie
In deze fase liggen toenemende geheugenproblemen aan de basis van de meeste gedragsveranderingen en sterke emoties zoals vlug kwaad worden of opgewonden raken kunnen, net als waanbeelden of hallucinaties, hun intrede doen.
Het vermogen om de tijd in te schatten is, door het geheugenverlies, één van de eerste dingen die verloren gaan. De persoon met dementie vraagt dikwijls hoe laat het is en soms denkt hij dat hij lang alleen gelaten werd, terwijl dit objectief niet klopt. Daarom is het goed om, door een vaste dagindeling en weekschema te hanteren, een zekere rust te creëren want eens het tijdsbegrip verloren gegaan is, heeft het geen zin meer om dit trachten terug bij te brengen.
Omdat dit tijdsbegrip verloren gaat zijn de normale dag- en nachtritmes vaak verstoord. Dit geeft dat personen met dementie overdag veel slapen zodat ze ’s nachts vaak wakker worden. Wanneer hij ’s nachts door het huis doolt, tracht je hem best rustig te benaderen en naar zijn bed te brengen. Vergeet niet om de buitendeur af te sluiten. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel noodzakelijk om verdwaalgedrag te voorkomen. Tracht slaapmedicatie te beperken door de persoon met dementie overdag bezig te houden.
Het is zeer moeilijk om nieuwe dingen te leren of situaties te onthouden. Probeer dus zo weinig mogelijk in huis te herschikken en indien het toch noodzakelijk is, tracht dan de persoon met dementie erbij te betrekken. Niet-vertrouwde plaatsen zijn zeer moeilijk te onthouden en eens uit de vertrouwde (veilige) omgeving gaat de persoon met dementie dwalen, mogelijk onrustig worden, zelfs agressief. Spreek dan rustig en neem hem mee naar zijn vertrouwde (veilige)omgeving.
De pijnlijkste vorm van desoriëntatie is het niet meer herkennen van personen. Naaste familieleden worden ‘vreemden’, vreemden worden soms aanzien als familieleden. Niet zelden wordt de dochter aanzien als moeder.
In de loop van het dementeringsproces herkent hij de dingen die hij ziet niet meer. Als je weet dat hij daar problemen mee heeft, tracht dan uit te leggen wat er is. Creëer een sfeer van veiligheid en vertrouwen door iets te vertellen over de omgeving en over de andere mensen in die ruimte.
Het kan gebeuren dat de persoon met dementie dingen of personen ziet of hoort die er in werkelijkheid niet zijn. Dit is bijzonder bedreigend. Ontkennen heeft weinig zin want dat vergroot de onrust. Probeer het dreigend gevoel weg te nemen door erover te praten. Tracht het onderliggend gevoel te pakken te krijgen. Laat hem niet alleen. Tracht samen in een andere kamer te gaan. Als dit meermaals gebeurt, is het goed de arts hierover te raadplegen. Medicatie kan helpen.
Een persoon met dementie kan een relatie met een andere persoon aangaan en zijn echtgenote als iemand anders beschouwen. Dit is uiteraard heel pijnlijk en vraagt zeer veel zorg en opvang.
Sommige personen met dementie herkennen hun eigen spiegelbeeld niet meer. Ze schrikken van degene die hen in de spiegel aankijkt. Een donkere plek op het tapijt lijkt op een diepe put waar ze over moeten.
Personen met dementie beseffen wel wie voor hen zorgt. Ze voelen bij wie ze veilig zijn, al vergeten ze je naam en weten ze niet meer dat je zijn partner of zoon/dochter bent. Dat een vertrouwde persoon aanwezig is, geeft hen rust. Anderzijds laten ze zich soms makkelijker zorg geven door derden. En soms krijgen deze ook meer ‘gedaan’ van de persoon. Tracht dit eerder als een kans dan als een afwijzing te zien.
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat met veel geduld en rustig oefenen bepaalde handelingen opnieuw kunnen ‘aangeleerd’ worden in de eerste fases van dementie. Dit moet heel langzaam gebeuren. Elke actie moet in kleine stapjes opnieuw aangeleerd en geoefend worden. Bij elk succes moet er aanmoediging zijn. Mislukken mag niet ‘gestraft’ worden.
meer info : matige dementie Terug naar menu
In deze fase liggen toenemende geheugenproblemen aan de basis van de meeste gedragsveranderingen en sterke emoties zoals vlug kwaad worden of opgewonden raken kunnen, net als waanbeelden of hallucinaties, hun intrede doen.
Het vermogen om de tijd in te schatten is, door het geheugenverlies, één van de eerste dingen die verloren gaan. De persoon met dementie vraagt dikwijls hoe laat het is en soms denkt hij dat hij lang alleen gelaten werd, terwijl dit objectief niet klopt. Daarom is het goed om, door een vaste dagindeling en weekschema te hanteren, een zekere rust te creëren want eens het tijdsbegrip verloren gegaan is, heeft het geen zin meer om dit trachten terug bij te brengen.
Omdat dit tijdsbegrip verloren gaat zijn de normale dag- en nachtritmes vaak verstoord. Dit geeft dat personen met dementie overdag veel slapen zodat ze ’s nachts vaak wakker worden. Wanneer hij ’s nachts door het huis doolt, tracht je hem best rustig te benaderen en naar zijn bed te brengen. Vergeet niet om de buitendeur af te sluiten. Dat is niet altijd makkelijk, maar wel noodzakelijk om verdwaalgedrag te voorkomen. Tracht slaapmedicatie te beperken door de persoon met dementie overdag bezig te houden.
Het is zeer moeilijk om nieuwe dingen te leren of situaties te onthouden. Probeer dus zo weinig mogelijk in huis te herschikken en indien het toch noodzakelijk is, tracht dan de persoon met dementie erbij te betrekken. Niet-vertrouwde plaatsen zijn zeer moeilijk te onthouden en eens uit de vertrouwde (veilige) omgeving gaat de persoon met dementie dwalen, mogelijk onrustig worden, zelfs agressief. Spreek dan rustig en neem hem mee naar zijn vertrouwde (veilige)omgeving.
De pijnlijkste vorm van desoriëntatie is het niet meer herkennen van personen. Naaste familieleden worden ‘vreemden’, vreemden worden soms aanzien als familieleden. Niet zelden wordt de dochter aanzien als moeder.
In de loop van het dementeringsproces herkent hij de dingen die hij ziet niet meer. Als je weet dat hij daar problemen mee heeft, tracht dan uit te leggen wat er is. Creëer een sfeer van veiligheid en vertrouwen door iets te vertellen over de omgeving en over de andere mensen in die ruimte.
Het kan gebeuren dat de persoon met dementie dingen of personen ziet of hoort die er in werkelijkheid niet zijn. Dit is bijzonder bedreigend. Ontkennen heeft weinig zin want dat vergroot de onrust. Probeer het dreigend gevoel weg te nemen door erover te praten. Tracht het onderliggend gevoel te pakken te krijgen. Laat hem niet alleen. Tracht samen in een andere kamer te gaan. Als dit meermaals gebeurt, is het goed de arts hierover te raadplegen. Medicatie kan helpen.
Een persoon met dementie kan een relatie met een andere persoon aangaan en zijn echtgenote als iemand anders beschouwen. Dit is uiteraard heel pijnlijk en vraagt zeer veel zorg en opvang.
Sommige personen met dementie herkennen hun eigen spiegelbeeld niet meer. Ze schrikken van degene die hen in de spiegel aankijkt. Een donkere plek op het tapijt lijkt op een diepe put waar ze over moeten.
Personen met dementie beseffen wel wie voor hen zorgt. Ze voelen bij wie ze veilig zijn, al vergeten ze je naam en weten ze niet meer dat je zijn partner of zoon/dochter bent. Dat een vertrouwde persoon aanwezig is, geeft hen rust. Anderzijds laten ze zich soms makkelijker zorg geven door derden. En soms krijgen deze ook meer ‘gedaan’ van de persoon. Tracht dit eerder als een kans dan als een afwijzing te zien.
Recent onderzoek heeft uitgewezen dat met veel geduld en rustig oefenen bepaalde handelingen opnieuw kunnen ‘aangeleerd’ worden in de eerste fases van dementie. Dit moet heel langzaam gebeuren. Elke actie moet in kleine stapjes opnieuw aangeleerd en geoefend worden. Bij elk succes moet er aanmoediging zijn. Mislukken mag niet ‘gestraft’ worden.
meer info : matige dementie Terug naar menu