
‘het verdwaalde ik’ : Beginnende dementie
De persoon met beginnende dementie kan zich recente gebeurtenissen moeilijk herinneren. Hij vergeet wat hij gegeten heeft of wat er net verteld werd. Hij raakt regelmatig de weg kwijt naar nochtans bekende plaatsen. Ook (nachtelijke) onrust en angst kunnen optreden. Deze fase gaat vaak gepaard met depressie.
Mensen hebben in hun leven heel wat vaardigheden en kennis ontwikkeld die hen toelaten normaal te functioneren. Zo leerden zij praten, allerlei handelingen verrichten, voorwerpen gebruiken, verschillende omgangsvormen, regels en reglementen naleven,...
Al deze kennis is opgeslagen in het geheugen. Bij personen met dementie begint het geheugen beetje bij beetje stuk te gaan. Plotseling ondervindt men dat hij niet langer probleemloos over al die kennis en vaardigheden kan beschikken. Handelingen die hij vroeger probleemloos kon stellen, worden ineens weer ingewikkeld. Er vallen gaten in de kennis, men raakt moeilijker uit de woorden... De persoon in kwestie begint aan zichzelf te twijfelen.
Hoe men daarop reageert is heel verschillend. De ene trekt zich terug en komt het huis niet meer uit. Anderen reageren boos en steken de schuld voor hun falen op hun omgeving. De persoon met dementie voelt dus wel degelijk dat er iets mis loopt. Hij merkt de reacties van anderen en schaamt er zich voor. Hij beseft dat hij verdwaald is of dingen doet die in feite niet kunnen. Personen met dementie zijn vaak verbaasd over zichzelf, maar durven er meestal niet over te praten. Beeld je maar even in wat het moet betekenen: beseffen dat je je verstand aan het verliezen bent, of erger gezegd: dat je 'dom' aan het worden bent.
Agressie, depressie, berusting...
Een steeds weerkerend gespreksonderwerp in de Familiegroep Dementie is die "lastige eerste periode". Vele mantelzorgers vertellen dat de eerste periode erg frustrerend was, maar dat de persoon met dementie nadien rustiger en meer handelbaar werd. Dit heeft alles met de angst en schaamte van de persoon met dementie te maken. Om dat duidelijk te maken, moeten we eerst iets zeggen over rouwen en rouwverwerking.
Wanneer mensen geconfronteerd worden met een ernstige tegenslag, dan maken zij in principe een rouwproces door. Hoe mensen omgaan met verlies en rouw, verschilt heel sterk van persoon tot persoon. Maar rouwen is belangrijk om over het verlies heen te komen. Strikt genomen dient het rouwen om twee dingen te doen. Ten eerste moet men afscheid nemen van wat men verloren heeft. Daarnaast moet men op zoek gaan naar een nieuw perspectief: het leven gaat immers verder. Zolang men het verlies niet aan kan, gaat men het ontkennen, reageert men het af op andere mensen, gaat men in depressie.
Als men dit rouwen toepast op mensen met dementie, dan worden de problemen duidelijk.
De persoon met dementie moet afscheid nemen van wat hij verloren heeft. Maar wat heeft hij verloren? Het gaat immers niet om een eenmalig, maar om een steeds voortschrijdend verlies.
Je begrijpt dat je zo geen kans krijgt om afscheid te nemen.
Bovendien - aldus de rouwtheorie - moet men zich gaan richten op een nieuw perspectief. Maar op welk perspectief? Er is geen perspectief, het toekomstbeeld vervaagt immers helemaal.
Het rouwen van de persoon met dementie is derhalve uitzichtloos. Het heeft gewoon geen kans van slagen. Het is dan ook heel normaal dat vele van deze mensen hun gevoelens wegduwen door ze te ontkennen, door de schuld op anderen te steken of door in depressie te gaan. De pijn is te groot.
Agressie, depressie, berusting...
meer info : het verdwaalde ik
De persoon met beginnende dementie kan zich recente gebeurtenissen moeilijk herinneren. Hij vergeet wat hij gegeten heeft of wat er net verteld werd. Hij raakt regelmatig de weg kwijt naar nochtans bekende plaatsen. Ook (nachtelijke) onrust en angst kunnen optreden. Deze fase gaat vaak gepaard met depressie.
Mensen hebben in hun leven heel wat vaardigheden en kennis ontwikkeld die hen toelaten normaal te functioneren. Zo leerden zij praten, allerlei handelingen verrichten, voorwerpen gebruiken, verschillende omgangsvormen, regels en reglementen naleven,...
Al deze kennis is opgeslagen in het geheugen. Bij personen met dementie begint het geheugen beetje bij beetje stuk te gaan. Plotseling ondervindt men dat hij niet langer probleemloos over al die kennis en vaardigheden kan beschikken. Handelingen die hij vroeger probleemloos kon stellen, worden ineens weer ingewikkeld. Er vallen gaten in de kennis, men raakt moeilijker uit de woorden... De persoon in kwestie begint aan zichzelf te twijfelen.
Hoe men daarop reageert is heel verschillend. De ene trekt zich terug en komt het huis niet meer uit. Anderen reageren boos en steken de schuld voor hun falen op hun omgeving. De persoon met dementie voelt dus wel degelijk dat er iets mis loopt. Hij merkt de reacties van anderen en schaamt er zich voor. Hij beseft dat hij verdwaald is of dingen doet die in feite niet kunnen. Personen met dementie zijn vaak verbaasd over zichzelf, maar durven er meestal niet over te praten. Beeld je maar even in wat het moet betekenen: beseffen dat je je verstand aan het verliezen bent, of erger gezegd: dat je 'dom' aan het worden bent.
Agressie, depressie, berusting...
Een steeds weerkerend gespreksonderwerp in de Familiegroep Dementie is die "lastige eerste periode". Vele mantelzorgers vertellen dat de eerste periode erg frustrerend was, maar dat de persoon met dementie nadien rustiger en meer handelbaar werd. Dit heeft alles met de angst en schaamte van de persoon met dementie te maken. Om dat duidelijk te maken, moeten we eerst iets zeggen over rouwen en rouwverwerking.
Wanneer mensen geconfronteerd worden met een ernstige tegenslag, dan maken zij in principe een rouwproces door. Hoe mensen omgaan met verlies en rouw, verschilt heel sterk van persoon tot persoon. Maar rouwen is belangrijk om over het verlies heen te komen. Strikt genomen dient het rouwen om twee dingen te doen. Ten eerste moet men afscheid nemen van wat men verloren heeft. Daarnaast moet men op zoek gaan naar een nieuw perspectief: het leven gaat immers verder. Zolang men het verlies niet aan kan, gaat men het ontkennen, reageert men het af op andere mensen, gaat men in depressie.
Als men dit rouwen toepast op mensen met dementie, dan worden de problemen duidelijk.
De persoon met dementie moet afscheid nemen van wat hij verloren heeft. Maar wat heeft hij verloren? Het gaat immers niet om een eenmalig, maar om een steeds voortschrijdend verlies.
Je begrijpt dat je zo geen kans krijgt om afscheid te nemen.
Bovendien - aldus de rouwtheorie - moet men zich gaan richten op een nieuw perspectief. Maar op welk perspectief? Er is geen perspectief, het toekomstbeeld vervaagt immers helemaal.
Het rouwen van de persoon met dementie is derhalve uitzichtloos. Het heeft gewoon geen kans van slagen. Het is dan ook heel normaal dat vele van deze mensen hun gevoelens wegduwen door ze te ontkennen, door de schuld op anderen te steken of door in depressie te gaan. De pijn is te groot.
Agressie, depressie, berusting...
meer info : het verdwaalde ik