het verzonken ik’ = Ernstige
dementie
In het laatste stadium van dementie hebben we te maken met ernstige dementie. In deze fase gaat de persoon met dementie vlug achteruit en heeft deze continue begeleiding en verzorging nodig om te kunnen overleven. De patiënt heeft onder andere hulp nodig bij het eten en bij de toiletgang en wordt incontinent.
Al vroeg in het laatste stadium gaat het spraakvermogen erg hard achteruit. Hij gaat mompelen en spreekt onduidelijke taal.
Het kan zijn dat de persoon met dementie aan het eind van het laatste deel van het middenstadium of in het begin van het laatste stadium al niet meer kan lopen. Dit kan te maken hebben met lichamelijke beperkingen en bijwerkingen van medicijnen. Later verliest deze ook de vaardigheid om zelfstandig overeind te blijven zitten. Als er geen armleuningen aan de stoel zitten, zal de hij voorover vallen.
Op een gegeven moment zal de persoon met dementie ook het vermogen om te lachen verliezen. De patiënt kan dan alleen nog grimassen trekken. Op het eind kan de patiënt zelfs niet meer zelf zijn hoofd ophouden. Ook worden gewrichten star en onbewegelijk, met name de armen kunnen in een gebogen houding trekken door spieren die stijf worden. De elleboog kan dan minder goed bewegen en de hand trekt naar beneden richting de onderarm.
Uiteindelijk ontstaan ook veranderingen in de reflexen van de patiënt. Onder andere het grijpreflex en het zuigreflex zoals baby’s die hebben komt weer terug. Omdat dementiepatiënten veel sterker en groter zijn dan baby’s, kunnen deze reflexen heel sterk tot uiting komen. In het allerlaatste stadium kan er een soort foetushouding ontstaan … al halen de meeste personen met dementie dit stadium niet.
meer info : ernstige dementie Terug naar menu
In het laatste stadium van dementie hebben we te maken met ernstige dementie. In deze fase gaat de persoon met dementie vlug achteruit en heeft deze continue begeleiding en verzorging nodig om te kunnen overleven. De patiënt heeft onder andere hulp nodig bij het eten en bij de toiletgang en wordt incontinent.
Al vroeg in het laatste stadium gaat het spraakvermogen erg hard achteruit. Hij gaat mompelen en spreekt onduidelijke taal.
Het kan zijn dat de persoon met dementie aan het eind van het laatste deel van het middenstadium of in het begin van het laatste stadium al niet meer kan lopen. Dit kan te maken hebben met lichamelijke beperkingen en bijwerkingen van medicijnen. Later verliest deze ook de vaardigheid om zelfstandig overeind te blijven zitten. Als er geen armleuningen aan de stoel zitten, zal de hij voorover vallen.
Op een gegeven moment zal de persoon met dementie ook het vermogen om te lachen verliezen. De patiënt kan dan alleen nog grimassen trekken. Op het eind kan de patiënt zelfs niet meer zelf zijn hoofd ophouden. Ook worden gewrichten star en onbewegelijk, met name de armen kunnen in een gebogen houding trekken door spieren die stijf worden. De elleboog kan dan minder goed bewegen en de hand trekt naar beneden richting de onderarm.
Uiteindelijk ontstaan ook veranderingen in de reflexen van de patiënt. Onder andere het grijpreflex en het zuigreflex zoals baby’s die hebben komt weer terug. Omdat dementiepatiënten veel sterker en groter zijn dan baby’s, kunnen deze reflexen heel sterk tot uiting komen. In het allerlaatste stadium kan er een soort foetushouding ontstaan … al halen de meeste personen met dementie dit stadium niet.
meer info : ernstige dementie Terug naar menu